Toen ik bijna de eerste verdieping had bereikt kwam ik een man tegen die
ik herkende als Eduard den Brave die ook bij Atie in de klas had gezeten. Vervolgens besloot ik om de drie lokalen van de
eerste verdieping af te lopen, op zoek naar bekenden. Zo betrad ik het lokaal waar ik destijds het eerste leerjaar van de
lagere school had doorlopen bij de sympathieke juffrouw Groos. Vanaf de trap naar de eerste verdieping gezien, betrof het
een lokaal aan de linkerzijde van het trappenhuis en dan aan de straatkant gelegen. Ook daar zag ik geen bekenden maar wel
zag ik weer die man die vaag op Dick de Kleuver leek, maar ik kwam er niet toe om de man aan te spreken omdat ik er toch niet
helemaal zeker van was dat hij het was. ik liep het lokaal weer uit, het trappenhuis in waar een koffietafel stond opgesteld.
Ik had wel trek in een kopje koffie en wilde hiertoe een van m’n comsumptiebonnen inleveren, maar dat bleek niet nodig
te zijn want de koffie was gratis. Toen ik daar nu zo stond kwam de eerder genoemde man op mij af en natuurlijk wist ik dat
het inderdaad Dick de Kleuver was. Hij schudde me de hand en we raakten in gesprek. We haalden nog wat oude herinneringen
op. Ondertussen waren we teruggelopen naar het lokaal van de voormalige eerste klas. Dick vertelde dat z’n zus Leida
ook aanwezig was op de receptie. Inderdaad zag ik haar even later, hoewel ik haar nauwelijks herkende omdat ze een wat dikker
gezicht had gekregen. Op een gegeven moment wandelde ik verder en kwam in het vroegere lokaal van de tweede klas terecht,
eveneens gelegen aan de straatkant aan de andere kant van het trappenhuis en tegenover het lokaal van de eerste klas. Hier
gingen m’n gedachten uiteraard terug naar de tijd dat ik hier in de klas zat bij juffrouw Theunissen
Er was nu in het lokaal een kleine tentoonstelling ingericht. Zo waren langs
de wanden klassefoto’s te zien en andere foto’s die betrekking hadden op de Oranjeschool en haar leerlingen. Midden
in het lokaal stonden tafels opgsteld met daarop oude rapportboekjes, leesboekjes, poesiealbums met daarin versjes geschreven
door onderwijzeressen en dan nog diverse andere bescheiden. Het was hier erg druk met belangstellenden. Ik meende dat het
in dit lokaal was (maar het kan ook de kleuterklas geweest zijn) dat ik een innemende blonde vrouw van rond de zestig jaar
zag rondlopen. Hoewel ik haar niet alszodanig herkende, voelde ik als bij intuïtie en misschin wel door haar uitstraling,
dat dit wel eens juffrouw De Groot kon zijn van de eerste klas kleuterschool. Ik liep haar richting op uit en keek op het
kaartje dat ook op haar borst gespeld of geplakt was. En inderdaad stonden er twee namen op waaronder “De Groot”
Ik sprak haar daarop aan en vroeg of zij de vroegere kleuterjuffrouw was geweest. Op haar bevestigend antwoord reageerde ik
met te zeggen dat ik dan nog bij haar in de klas had gezeten. Ze vroeg wanneer dat was geweest en toen ik antwoordde dat het
het schooljaar 1950-1951 was geweest, zei ze dat dat wel kon kloppen omdat ze in 1952 de school weer had verlaten. Ik liet
weten dat ik me nog kon herinneren dat ze naar een andere plaats verhuisd was, naar ik ik meende ergens in het noorden van
het land. Maar dat laatste bleek verkeerd te zijn want ze was destijds naar Eindhoven
verhuisd. Ik had niet de indruk dat m’n naam haar nog iets zei.
Andersom was ik gek op haar geweest en nu op deze dag kon ik dat nog begrijpen. Ik kon me heel goed voorstellen hoe
leuk ze er uit gezien moest hebben toen ze nog kleuterleidster was en ze rond de twintig jaar was geweest. Ik moest er weer
even aan denken dat ze ons dat mooie lieve liedje “‘k breng mijn kleine gave, vrolijk en zo blij”. Terwijl
ik nog bij de huidige “juffrouw” De Groot stond, spraken andere leerlingen over juffrouw Wellensieck en dan niet
in al te vriendelijke bewoordingen en op een gegeven moment merkte juffrouw De Groot op: “en dan te bedenken dat ze
mijn baas was” Terwijl ik nog steeds in het lokaal van de vroegere tweede klas stond sprak ik daar nu Annie, de oudste
zus van Ika, maar ik zag nu ook een ander bekend gezicht van een jong vrouw. Ik bekeek het kaartje op haar kleding en las
de naam Wilma Rook die ik niet zo zeer van de Oranjschool als wel van de Mulo kende .
Ik
kon me wel voorstellen dat ze deze school had bezocht omdat ze tenslotte om de hoek had gewoond op de hoek van de Talmastraat
en de Burgemeester Tellegenstraat en dan aan de kant van de Lutmastraat. Ik bekeek nu de foto’s waaronder veel klassenfoto’s
waarvan ik de leerlingen niet kende. Wel zag ik veel gevallen de juffrouwen Groos, v/d
Horst, de heren Cappon, Nieuwenhuis en Elzinga. de gymnatiekjuffrouw v/d Linde etc. Een van de laatste klassenfoto’s
betrof waarschijnlijk een zesde klas uit 1959 en dat moest dan de zesde klas zijn na mijn eigen zesde klas. Daarop herkende
ik veel gezichten, waaronder die van Thea Russer, Gonnie Vastenburg, Rina Boxman, Hans Vogel, Henk Roubos, Paul Toorenburgh, Wim Versnel en Kees Wilders. Deze foto was ook gebruikt als illustratie van het blad
dat ons was uitgereikt tijdens de binnenkomst van het schoolgebouw en omdat zowel
Paul als Hans leden waren van de reuniecommissie kon het haast niet anders of die foto was van een van hen afkomstig. Op die
foto stond overigens ook de onderwijzer van handenarbeid, de heer Lourens afgebeeld, de man van wie ik m’n eerste lessen
had ontvangen in het harmoniumspel.Voorts zag ik een paar foto’s waar ik zelf nog op stond, n.l. de klassenfoto van
de tweede klas en die van de zesde klas. Maar die foto’s had ik zelf ook. Ik zag ook nog een wat minder formele foto,
kennelijk genomen tijdens het speelkwartier op de speelplaats. en ontdekte daarop o.a.
de heren Cappon en Nieuwenhuis terwijl ze in een geanimeerd gesprek lijken te zijn. Op de achtergrond van die foto is de “jonge”juffrouw
Van der Horst te zien. Op weer een andere klassefoto ontdekte ik de bekende radio TV presentator Hans van Willigenburg. Deze
was de jongere broer van Renee van Willigenburg, de vroeger schoolvriendin van Atie. Nog steeds in datzelfde lokaal van de
vroegere tweede klas ontmoette ik Wim Koster die in de Topaasstraat had gewoond. Hoewel hij inmiddels ook al in de dertig
moest zijn bleek hij nog steeds bij z’n moeder te wonen.
Hans had het gebracht tot assistent accountant. Hij vertelde verder
dat ook hij een keer bij de heer Lourens was geweest voor een inhaalles, net als bij mij het geval was geweest. Ondertussen
zag ik nog een andere bekende in het lokaal van de vroegere tweede klas, n.l. Gonnie Vastenburg. Zij had nooit bij me in de
klas gezeten omdat ze een aantal jaren jonger was dan ik, maar echter wel haar broer Robby. Beiden woonden destijds in de
Lutmastraat, schuin achter de school en toen ik nu Gonda zag moest ik weer denken aan het drama dat haar jongste zusje van
het balkon was gevallen van ik meen de derde verdieping en daarbij de dood had gevonden.
Zo langzamerhand verliet ik het lokaal en was nog steeds op zoek naar
vroegere klasgenoten. Ik betrad nu het naastgelegen lokaal dat dus aan de kant van de achterplaats was gelegen, dus aan de
zonzijde en waarin vroeger de derde klas was gehuisvest was geweest. Hierbij dacht ik weer terug aan de kleine tanige juffrouw
Van der Horst met haar knokige handen die ons les gaf. Nadat ik even in het lokaal had rond gedwaald zonder een bekende tegen
te komen, ging ik daar weer weg en na nu de trap naar de bovenste verdieping op zoek naar mogelijke bekenden. Hier zou ik
geen lokaal van voormalige vierde klas binnengaan maar die van de vijfde en zesde
klas. Het vierde leerjaar had ik n.l. doorgebracht in een lokaal van de C.U.S. aan het Borssenburgplein. Ik betrad nu het
lokaal van de voormalige vijfde klas aan de straatkant,waar ik destijds voor het eerst te maken had gekregen met een mannelijke
leekracht in de persoon van meneer Nieuwenhuizen, bijgenaamd bierbuik. Ook hier zag ik weliswaar een groep oud-leerlingen
staan maar onder hen geen bekenden. Daarna betrad ik het lokaal aan de kant van de speelplaats waar ik vroeger in de zesde
klas gezeten had bij de zgn. oude juffrouw Van der Horst, een oudere zuster van de juffrouw die ik in de derde en vierde klas
had meegemaakt, en daarmee was mijn eerste rondgang door de school voltooid. Ook hier trof ik geen bekenden aan onder de aanwezige
oud-leerlingen. Maar naderhand kwam ik wel wat bekenden tegen en sprak wat met
hen. Zo was er een oud klasgenoot, waarvan ik de naam ben vergeten, die me liet weten dat hij enigszins teleurgesteld was
in het leven en die hem niet had gebracht van wat hij destijds in de periode van de Oranjeschool had gehoopt .
Terwijl
ik verder wat rondliep door de school kwam er plotseling een vrouw op me af die ik direct herkende als Ina Wijnsma. Ze stak
haar arm door de mijn en liet weten dat ik haar oude jeugdvriendje was.
Later
op de middag ontmoette ik tenslotte nog Ineke Roubos en Coby Buquet
Niet veel later ging ik naar huis en zo had ik een bijzondere dag beleefd
waarop ik mensen had ontmoet die vroeger deel hadden uitgemaakt van mijn jeugd”
Douwe Zeilmaker
|